Sinds ik de film ‘La vita è bella’ gezien heb, eind jaren ’90, heeft de titelsong me niet meer losgelaten. De tekst, de muziek, de wondermooie stem van Noa: ze raken me nog steeds. Luister en geniet…
Gedichtje #1
regen.
druppels.
een klein verhaaltje op mijn raam.
wind.
een onverwachte wending.
verwarrend.
spannend.
hoe loopt het af?
zon.
steeds feller.
het verhaaltje vervaagt.
een open einde.
Dat liep maar net goed af
Gelukkig waren we er heel snel bij, maar helaas hebben we niet kunnen voorkomen dat onze lieve Aschjkar vorige week zaterdagnacht met spoed geopereerd moest worden aan een maagtorsie, ofwel een complete kanteling van zijn maag. Daardoor wordt de maag aan beide kanten afgesloten en zet deze alsmaar uit door gas, dat voortdurend in de maag wordt aangemaakt.
Ineens bevond Aschjkar zich in een levensbedreigende situatie. Dat was behoorlijk schrikken voor ons, en heel vervelend voor hem. Maar hij heeft het gered en is al best wel weer zichzelf, ondanks dat ‘ie sinds de operatie in een mooi blauw rompertjesachtig pakje rondloopt.
Helemaal ongeschonden is Aschjkar niet uit de strijd gekomen: met het draaien van zijn maag is zijn milt meegedraaid en bekneld geraakt. Tijdens de operatie bleek dat de milt al aan het afsterven was, en daarom hebben ze die meteen verwijderd. Gelukkig kan een hond heel goed zonder milt.
Het allerbelangrijkste is dat Aschjkar er nog is! Als we er iets later bij waren geweest, had het heel anders af kunnen lopen. En dan besef je dat je nog veel meer om je hondje geeft dan je dacht…
Schilderen met Guus
Mirjam houdt van schilderen. Ze doet het met hart en ziel, en gaat er helemaal in op. Noem het gerust een passie. Een passie die haar vruchten afwerpt, want Mirjam’s schilderijen raken je stuk voor stuk. Een tijdje geleden zag ik al via de social media dat ze bezig was met een schilderij van Guus Meeuwis, en dat zag er veelbelovend uit. Toen Mirjam me vroeg om haar te fotograferen terwijl ze aan het schilderij werkte, zei ik dan ook meteen ja, want ik wilde maar al te graag vastleggen hoe zoiets moois tot stand komt. En volgens mij is dat aardig gelukt.
Maar dat was voor mij nog niet genoeg: ik wilde graag weten wat Mirjam voelt als ze aan het schilderen is, wat het met haar doet. Dus vroeg ik haar daarnaar. Mirjam: “Ik begon met schilderen in de tijd dat we graag kinderen wilden, maar dat dat allesbehalve makkelijk ging. Mijn vriendin schilderde bij een clubje en vond dat lekker ontspannen. Ze zei dat ik ook eens mee moest gaan. Zo gezegd, zo gedaan. Al snel ontstond het verlangen om een keer een portret te schilderen. Ik ben altijd al gefascineerd geweest door gezichten.”
In december 2005 schilderde Mirjam haar eerste portret: “Ik had net de CD ‘Wijzer’ van Guus Meeuwis gekregen van de goedheiligman. Deze CD stond aan terwijl ik achter mijn ezel zat te schilderen. Vanuit het niets zag ik opeens het jongetje dat ik vanaf een foto aan het schilderen was, onder mijn handen op het doek verschijnen. Wat er toen met me gebeurde kan ik nog altijd niet goed beschrijven. Een enorme vlaag van trots en zelfvertrouwen golfde door mijn lichaam. Meteen klampte het gevoel dat ik had zich vast aan de muziek van Guus Meeuwis. Vanaf dat moment schilder ik tot op de dag van vandaag alleen nog maar met de muziek van Guus. Als ik schilder, vergeet ik de wereld om me heen en ben ik waar ik zijn wil, in het oog van de storm, volledig op mijn plek en mijn ‘aller mezelfst’.”
Guus Meeuwis veranderde een tijdje geleden zijn profielfoto op Facebook. Dat triggerde Mirjam: “Geen idee waarom, maar ik moest er een schilderij van maken. In mijn hoofd nam het steeds grotere vormen aan en ik zag het eindresultaat ik al voor me. Ik kon er niet meer omheen, dus ben ik eraan begonnen. Het moest groot en stoer, niet met een penseel maar grof. Een karakteristiek gezicht kan dat goed hebben, een gezichtje van een kind niet. Daarom heb ik nu voor het eerst een paletmes gebruikt. En inmiddels is het schilderij klaar.“
“Elk portret dat ik tot nu toe heb gemaakt, is een stukje van mezelf. Het komt puur en alleen vanuit mijn gevoel. M’n hart breekt elke keer weer een beetje als het de deur uit gaat…”


Hou me vast!
Strakke spieren, brede borstkassen en nog bredere nekken. Mannen die zich aan elkaar vastklampen om zich vervolgens als een stormram op de ander te storten. Hard, harder, hardst. Maar janken doen ze niet, want het zijn bepaald geen watjes. Sterker nog, vergeleken met voetballers zijn het mannen van staal, die wel tegen een stootje kunnen.
Letterlijk en figuurlijk.
Ik heb het over de mannen die deelnemen aan het WK Rugby. De afgelopen weken heb ik een aantal keren vol verwondering zitten kijken naar hoe het er aan toe gaat op het rugbyveld. Snoeihard dus. Het zijn echt bomen van kerels, die op elkaar inbeuken alsof hun leven ervan afhangt. Ik vind het wel leuk om te zien. Ze werken elkaar zo ongeveer door de grasmat heen naar het middelpunt van de aarde toe, maar gedragen zich toch niet agressief. Niet naar elkaar en ook niet naar de arbiter, iedereen wordt met respect behandeld. Voor zover ik dat goed kan zien met mijn ongeoefende rugby-oog natuurlijk.
Dat ongeoefende oog is in de loop van de wedstrijden overigens behoorlijk verwend geraakt. Sommige rugbymannen zien er misschien uit als neanderthalers, maar anderen zijn toch echt een ‘sight for sore eyes’, zoals dat in het Engels zo mooi heet. Behalve de beulen van het Georgische team. Als ik ongeacht wie van dat team ’s avonds in het donker tegen zou komen, ga ik huilen van angst en verschrikkelijk hard wegrennen. Overdag trouwens ook, want sjongejonge, die mannen zijn angstaanjagend indrukwekkend. De cycloop uit de Odyssee is er niets bij.
Van Ysselsteyn naar IJsselstein – een kijkje in het leven van fotograaf John Verbruggen
Maak kennis met John Verbruggen, geboren in 1968, het jaar van de Praagse Lente, en het jaar waarin Kees Verkerk goud won op de Olympische Winterspelen. John is een succesvol architectuur- en landschapsfotograaf. Als je zijn foto’s ziet, zou je denken dat hij nooit iets anders heeft gedaan. Zo eenvoudig ligt het echter niet: zijn weg naar succes verliep niet vanzelfsprekend en zeker niet vlekkeloos.
Lees verderPsychologie en ik
Zolang ik me kan herinneren, ben ik al geïnteresseerd in mensen. In wat er in hun hoofd omgaat, waar ze mee bezig zijn, wat hun geschiedenis is, waarom ze doen wat ze doen. Dat beperkt zich niet tot de mensen om me heen: of het nu de overbuurvrouw is of een blogger die niet eens van mijn bestaan weet, ze boeien me allemaal. Niet voor niets kijk ik graag naar ‘human interest’ programma’s en lees ik interviews waarin mensen over hun leven en hun gedachten vertellen. Tot zover mijn alledaagse interesse in de mens.
Sinds een aantal jaar is die alledaagse interesse uitgegroeid tot iets wat veel verder gaat. Zover dat ik begonnen ben met de ‘Inleiding in de psychologie’ bij de Open Universiteit. En dat komt door vriendlief Arjan. Arjan en ik hebben elkaar ruim acht jaar geleden ontmoet via Lexa.nl. Grappig detail: ik had hem gespot en hij mij. Alsof het voorbestemd was. Maar dat terzijde… Een paar dagen na onze online ontmoeting: ons eerste telefoongesprek. Er was meteen een gigantische klik tussen ons en ik had meteen in de gaten dat Arjan geen doorsnee mens is. Dat bleek uit zijn manier van praten, de onderwerpen waarover we het hadden, en de diepgang van onze telefoongesprekken. Een week later ontmoetten we elkaar in het echt en de klik was er nog steeds. We praatten weer over van alles, en het werd me al heel snel duidelijk dat Arjan er een bijzondere manier van denken op nahield, anders dan anderen. En daar houd ik wel van.
Die manier van denken komt natuurlijk ergens vandaan. Vorig voorjaar werd eindelijk duidelijk waar vandaan. Nu denk je misschien: hoezo eindelijk? Ik ga hier niet in detail treden, maar feit is dat Arjan zijn hele leven tegen allerlei problemen is aangelopen, waarvan het grootste probleem misschien wel onbegrip is geweest van de mensen in zijn omgeving, vanwege zijn andere denkwijze. Hij heeft in ruim 30 jaar tijd bij diverse hulpverleners aangeklopt, en om een lang verhaal kort te maken: in het voorjaar van 2014 is eindelijk een diagnose gesteld waar we wat mee konden, namelijk Asperger. Voor diegenen die er nog nooit van gehoord hebben of niet weten wat het is: Asperger is een stoornis in het Autisme Spectrum. Hier kun je lezen wat Asperger inhoudt en wat veel voorkomende kenmerken van deze ontwikkelingsstoornis zijn. Bij Arjan uit het zich onder andere in tegelijkertijd denken in verschillende lijnen, alles wat iemand zegt letterlijk nemen, moeite hebben met bepaalde sociale situaties en snel overprikkeld zijn.
Ik ben op internet een en ander gaan lezen over Asperger en buiten dat ik werkelijk niet snap dat geen enkele hulpverlener hier eerder aan gedacht heeft, viel er voor mij heel veel op zijn plaats. De sites over Asperger en de verhalen van mensen met Asperger waren werkelijk een feest der herkenning. Alsof ik over Arjan las. Het intrigeerde me meer en meer, ik werd steeds nieuwsgieriger naar hoe het nou allemaal werkt in onze bovenkamers. Waarom denkt iemand met Asperger zo anders dan iemand zonder, de zogenaamde neurotype mens? Hoe komen prikkels binnen bij mensen? Waarom reageren we zoals we reageren? Vragen waarop ik antwoord wilde. Dus trok ik vorig jaar augustus de stoute schoenen aan en schreef ik me in voor de ‘Inleiding in de psychologie’. Ik ben tot nu toe tot halverwege het wel erg dikke boek gevorderd en kan alleen maar zeggen dat het inderdaad erg interessant is. Genoeg stof tot nadenken en tot schrijven. Wees gewaarschuwd: dit is mijn eerste, maar zeker niet mijn laatste blogpost over een onderwerp dat met psychologie te maken heeft.
Wordt vervolgd…
Mijn eerste keer
Geen zorgen papa (die is geabonneerd op mijn blog), dit blogje gaat niet over mijn eerste seksuele uitspattingen, dat doe ik je echt niet aan. Nee, vandaag heb ik een andere eerste keer beleefd. Sta ik normaal gesproken achter de camera, vandaag stond ik ervoor. Nu is dat op zich niets nieuws, er zijn wel vaker foto’s van me gemaakt. Vandaag was het echter anders, want vandaag was voor het eerst alle aandacht tijdens een fotoshoot voor mij, mij en niemand anders dan mij. En dat was erg leuk. Leuk omdat ik het nu eens van de andere kant heb kunnen meemaken, en leuk omdat ik straks eindelijk professionele foto’s van mezelf heb op mijn eigen fotografiewebsite.
Laat mij jouw verhaal vertellen!
Ik loop al een tijdje rond met het idee om op mijn blog artikelen te plaatsen, waarin ik letterlijk en figuurlijk mensen portretteer. Waarin ik iemands levensverhaal vertel, schrijf over een belangrijke gebeurtenis in iemands leven, over de toekomst die iemand voor ogen heeft, en ga zo maar door. Mooie verhalen, of ze nou vrolijk, verdrietig of alledaags zijn. Met daarbij mooie, passende portretfoto’s.
Dat kan ik natuurlijk niet alleen, daar heb ik jullie bij nodig. Zonder mensen geen verhaal.
Dus wil jij heel graag je verhaal kwijt, of aan de buitenwereld laten weten wat je bezighoudt?
Stuur me dan een berichtje via michaelavanriel@gmail.com, of bel me op 06-19 45 44 40. Wie weet is jouw verhaal binnenkort te lezen op mijn blog!
Mijn vrouwelijke genen
Laten we het eens hebben over mijn vrouwelijke genen. Of beter gezegd: het gebrek daaraan. Ik mag dan alle uiterlijke kenmerken van een meisje hebben, er zijn behoorlijk wat typisch vrouwelijke dingen die ik op z’n zachtst gezegd niet echt interessant vind. En nu hoor ik je denken: welke dingen dan? Nou, komt ‘ie hoor.
Bijna 40…
Volgend weekend word ik 40. En dat vind ik toch eigenlijk wel een dingetje. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het helemaal niet erg om 40 te worden, integendeel zelfs. Ik voel me bij lange na geen (bijna) 40, en blijkbaar zie ik er ook nog een stukje jonger uit, aangezien ik vaak redelijk ongelovige blikken zie wanneer ik mijn leeftijd noem. Ja, echt waar! En ik ben blij met ieder jaar dat erbij komt. Het gaat alleen zo verrekte snel! Naarmate mijn verjaardag nadert, realiseer ik me steeds meer dat ik na volgend weekend op weg ben naar de 50. 50!!! Ook wel bekend als ‘middelbare leeftijd’. The big five o. Sara!!!
Pennenfetisj
Het leek zo’n rustige dag op kantoor te worden, maar plotseling krijg ik het Spaans benauwd, het zweet breekt me uit.
Niemand de deur uit! Waar is mijn pen???!!!
Wanhopig kijk ik om me heen, maar nee hoor, nergens te bekennen. Het huilen staat me nader dan het lachen en ik raak langzaamaan in paniek. Nou ja, langzaamaan… zeg maar gerust razendsnel. Mijn collega’s kijken me aan alsof ik zojuist een klap van een molenwiek heb gehad, maar dat kan me niks schelen, want IK.BEN.MIJN.PEN.KWIJT!!!
Weet je wat het is? Ik heb gewoon een pennentic. Ik heb ze in alle soorten en maten en in alle kleuren van de regenboog. Volgens mij is het een aangeboren afwijking, want zolang ik me kan herinneren ben ik al gefascineerd door die inkt op papier achterlatende wezens. Loop ik in een kantoorboekhandel, dan móet ik naar de pennenafdeling. En als ik de buurt ben van een pennenwinkel, is het hek van de dam. Ik word naar binnen gezogen en kom zelden zonder nieuwe aanwinst naar buiten. Het is sterker dan ikzelf. Ik hou van pennen, droom er soms zelfs van. En dan is het dus gewoon, je weet wel, echt ontzettend erg als een van mijn pennen vermist is, snap je? Dat doet pijn…
Maar dan, net als ik ervan overtuigd ben dat mijn pen en ik elkaar nooit meer zullen weerzien, gebeurt het! Onder een stapel papier vang ik een glimp op van die bijzondere blauwe kleur van mijn geliefde schrijvende wondertje… Ik ben weer compleet!
Lieve pen, hierbij beloof ik plechtig dat ik voortaan beter op je zal letten, en je nooit meer uit het oog zal verliezen. Want dit ooit nog meemaken, dat nooit meer!
Interview – Van snapshot tot statement
Een interview dat ik in 2012 gehouden heb met fotografen Ton Koene en Fokko Muller, voor mijn eindopdracht van de opleiding HBO Journalistiek.
Ieder jaar is het weer onderwerp van gesprek: de winnende foto van de World Press Photo Awards(WPPA). Al meer dan een halve eeuw weten de winnende fotografen de wereld te beroeren met hun foto’s, die vaak een schrijnend beeld geven van gebeurtenissen in de wereld. Niet zo vreemd, als je bedenkt dat er alleen journalistieke foto’s ingezonden mogen worden door professionele fotojournalisten. Maar wat is dat nou eigenlijk, journalistieke fotografie? Of, zoals het met een mooi woord heet, documentaire fotografie? En wat beweegt fotografen om deze vorm van fotografie te beoefenen?
In de straten van Amsterdam
“Where do you want to go, miss?” vroeg deze vriendelijke meneer mij. Ik stond net uitgebreid de kaart van het centrum van Amsterdam te bestuderen, om de route van de Bloemenmarkt naar de Negen Straatjes uit te vogelen en was eigenlijk aangenaam verrast door zijn vraag. In het centrum van onze hoofdstad heb ik toch altijd een beetje het idee dat het ieder voor zich is en dat veel mensen, toeristen uitgezonderd, vooral veel haast hebben. “Naar de Negen Straatjes, meneer”, was dan ook mijn antwoord. En meneer vertelde, met een mooi Duits accent, precies hoe ik moest lopen.
Ondertussen speelde zich in mijn hoofd een dilemma af: durf ik hem te vragen of ik hem op de foto mag zetten of durf ik dat niet? Snelheid was geboden, want onze wegen scheidden zich al bijna. Binnen een paar tellen besloot ik om de gok te wagen en de vraag te stellen. “Meneer, mag ik u een brutale vraag stellen? U ziet er zo bijzonder uit, mag ik een foto van u maken?” Ik had mijn zin amper af, of hij poseerde al. Met een bijzondere foto als resultaat. En wat ik al een beetje had verwacht, deze meneer is dakloos en vroeg me om een paar munten om eten voor zijn ontbijt te kunnen kopen. Die ik hem natuurlijk gegeven heb. Kleine moeite voor mij, een groot plezier voor hem en uiteindelijk ook voor mij!

Mijn brief aan jou…
Lieve jij,
Vandaag is het zes maanden en drie dagen geleden dat jij zo onverwacht in je slaap overleden bent. En ik kan het nog steeds niet helemaal bevatten dat je er niet meer bent. Dat we nooit meer samen zullen winkelen, praten over de leuke en minder leuke dingen in het leven, huilen van het lachen. Nooit meer een weekendje weg, zoals naar Gent en Middelburg, of gewoon gezellig samen een hapje eten. Ik mis je mooie commentaar op mijn foto’s, en je gave om altijd te proberen overal het positieve van in te zien, ook al had je het lang niet altijd makkelijk. Maar ik mis vooral gewoon je vriendschap, die er altijd was, of we elkaar nou veel of weinig zagen en spraken. Het maakt me af en toe zo intens verdrietig.
Deze maand zou je 50 jaar worden. Jou kennende zou dat weer een mooi feestje worden, met de mensen om wie je geeft. En dat zijn er nogal wat. Net zoals er ontzettend veel mensen zijn, die om jou geven. Heb je gezien hoeveel mensen er bij je herdenkingsdienst waren? En hoeveel lieve woorden zij over jou spraken? Daar mag je trots op zijn, jij! Ik weet zeker dat zij, net als ik, aan je zullen denken op je verjaardag. Ik denk sowieso nog vaak aan je. Als ik bepaalde muziek hoor, als ik iets lees of zie over een stad waar we samen heen zijn geweest, of gewoon zomaar thuis op de bank.
Lieve jij, je bent een bijzonder persoon en dat blijf je, ook al ben je er nu niet meer. Weet dat ik je nooit zal vergeten! Mijn herinneringen aan jou zitten in mijn hoofd en in mijn hart en daar zullen ze voor altijd blijven.
Till we meet again…
Liefs, mij