Vier het leven!

Vandaag is Derya jarig. Ze is vorig jaar veel te jong overleden, maar, zo schreef ik al op haar sterfdag, ze is misschien niet meer onder ons, bij ons blijft ze altijd. En niets is minder waar. In mijn hoofd en hart leeft Derya voort en ik wil dat dat altijd zo blijft. Ik wil de herinnering aan haar levend houden en hoe kan ik dat beter doen dan door haar verjaardag te vieren, met een lach en een traan. Daarom ga ik vanavond samen met Nathalie een hapje eten in een gezellig restaurant, zoals Derya zelf ook altijd zo graag deed. We heffen het glas op Derya’s 49ste verjaardag en halen mooie herinneringen op. En dat zullen we voortaan ieder jaar op 20 april doen. Omdat ze dat verdient.

Vrouwke, waar je nu ook bent, gefeliciteerd en maak er een mooi feestje van!

En de tijd verstrijkt…

‘Time flies when you’re having fun’ is een veelgehoorde uitdrukking. Terwijl de tijd net zo hard vliegt wanneer het allemaal wat minder leuk is, dat heb ik het afgelopen jaar heel goed gemerkt. Het overlijden van mijn lieve vriendin Derya vorig jaar april heeft er goed ingehakt, en dat is nog zacht uitgedrukt. Ik heb nooit eerder iemand zo ontzettend gemist. Hoe vaak ik gedacht heb ‘oh, hier moet ik Derya even over appen’, en dan meteen daarna het besef dat dat niet meer kan. Nooit meer…

Geen afscheid

Wat het extra moeilijk maakte, is dat Derya twee dagen na haar overlijden begraven is in een dorp in het binnenland van Turkije. Zonder mogelijkheid om er fysiek of online bij te zijn. Ik dacht altijd dat het niet erg was als je geen afscheid kunt nemen met een begrafenis of crematie, maar dat heb ik toch echt verkeerd gedacht. In de maanden na Derya’s overlijden kreeg ik daar steeds meer moeite mee en besefte ik hoe fijn het eigenlijk is als je samen met anderen iemand kunt herdenken, samen kunt lachen en huilen.

Herinneringen ophalen

De laatste weken lukt het me stukje bij beetje steeds beter om met het verlies om te gaan. Het verdriet zit er zeker nog en het gemis is nog even sterk, maar de bekende scherpe randjes beginnen iets minder scherp te worden. Ik weet bijna zeker dat dat komt doordat ik in de kerstvakantie herinneringen aan Derya heb opgehaald, samen met Nathalie, een supergoede vriendin van Derya. Ook zij kon het verdriet nog geen plekje geven en daarom ben ik op een regenachtige januari-ochtend bij haar op de koffie geweest en hebben we heerlijk zitten kletsen over Derya.

Het was fijn en het heeft me goed gedaan. En we gaan dit vaker doen. Want praten over Derya lucht op, het houdt de herinneringen levend. Want ook al verstrijkt de tijd, ze blijft zo altijd een beetje bij ons…

Mijn eigen acrostichon

Mensen die mooi zijn van binnen
Ik zie ze graag
Charmant zijn ze in mijn ogen
Heel puur
Als bloesem zo fris
Eerlijk als goud
Liever dan lief
Als zij wil ik zijn

En? Heb je alle regels hierboven gelezen? Zo ja, dan ben je zojuist getuige geweest van mijn allereerste acrostichon. Acrostiwat??? Acrostichon! Ofwel een gedicht waarvan bepaalde, meestal de eerste, letters van iedere regel of strofe, achter elkaar gelezen zelf ook een woord of zin vormen (bron: Wikipedia). In mijn acrostichon vormen de eerste letters van iedere regel mijn voornaam: Michaela. Mooi toch?

Veel van jullie horen of lezen deze term nu waarschijnlijk voor het eerst, maar ik kan je verzekeren dat iedere Nederlander minimaal één acrostichon kent, namelijk het Wilhelmus. Zoek de tekst maar eens op, dan kom je erachter dat de beginletters van alle strofes/alinea’s samen de naam ‘Willem van Nassov’ vormen. En ja, er staat inderdaad een v op het einde. Dit was namelijk de spelling van Willems naam toen het Wilhelmus rond 1570 geschreven werd.

Ik daag jullie uit

Weet je wat me nou superleuk lijkt? Als jullie zelf aan de slag gaan met het maken van een acrostichon, bijvoorbeeld van je naam of een ander woord. Leef je uit, niets is te gek. Stuur je acrostichon naar mij (michaelavanriel@outlook.com) en dan maak ik op mijn blog een speciaal plekje ervoor, zodat iedereen ervan mee kan genieten.

Durf jij de uitdaging aan?

2022: droom, doe, leef!

Deze tijd van het jaar staat erom bekend dat veel mensen terugblikken op wat ze het afgelopen jaar gedaan hebben, en plannen maken voor het komende jaar. Ik doe dat meestal niet echt. Ik kijk wel terug en ook wel vooruit, maar heel serieus en diepgaand? Neuh…

Dit jaar voelt alles anders. Niet zozeer vanwege corona, hoewel dat heus wel een beetje meespeelt, maar vooral omdat ik dit jaar keihard geconfronteerd ben met hoe snel het afgelopen kan zijn. En dan heb ik het natuurlijk over mijn lieve vriendin Derya, die in april op veel te jonge leeftijd is overleden aan die kloteziekte. Daartegenover staat een aantal erg fijne gesprekken die ik afgelopen maanden heb gevoerd met Edith Blok, en die gesprekken hebben me geïnspireerd om meer te gaan doen wat ik het liefste doe, namelijk bezig zijn met taal. Nu nog alleen in mijn baan en op mijn blog, maar ik heb op dat gebied een heel grote wens, droom, of hoe je het ook wilt noemen. Ik wil namelijk echt heel heel heeeeeeel graag een boek redigeren! Eerder zei ik dat ik dat ooit wil doen, maar nu zeg ik dat ik dat dit jaar ga doen. Geheel volgens de ‘Law of Attraction’ zie ik het helemaal voor me en ben ik ervan overtuigd dat het me gaat lukken.

Dat is dus mijn concrete plan voor 2022. Wat het nieuwe jaar verder voor me in petto heeft? De tijd zal het leren. Zeker is wel dat ik wil dromen, doen en leven. En dat is ook meteen wat ik iedereen wil meegeven: durf te dromen, durf te doen en durf vooral te leven!

Michaela van Riel, taalnerd. Aangenaam!

Diegenen van jullie die me al een tijdje kennen, weten ondertussen wel dat ik gek ben op taal en dat ik erg graag los ga op punten en komma’s in teksten. En niet te vergeten op kromme, langdradige of veel te formele zinnen. Er is maar weinig wat me blijer maakt dan een tekst die ik grondig onder handen mag nemen. En als ik ‘grondig’ zeg, dan bedoel ik dus ook echt grondig. Ik mis zelden een spel- of grammaticafout. Tot grote vreugde van mijn collega’s, en van mezelf natuurlijk. Want laten we wel wezen (ja, beetje ouderwetse uitdrukking, I know), wat is er mooier dan een foutloze tekst die ook nog eens zeer prettig is om te lezen? Voor mij niet veel hoor! Ik noem mezelf dan ook graag en met trots een taalnerd. Een echte!

Van klein meisje tot taalnerd

Als de dag van gisteren herinner ik me de dictees in de vierde klas van de lagere school, bij juffrouw Ypelaar. Die ik tegenwoordig gewoon Marie-José noem, maar dat terzijde. Nul fouten in het dictee betekende een sticker, en tien stickers een mooi kaartje. Ik had behoorlijk veel stickers in mijn dicteeschriftje en was daar altijd maar wat blij mee. Ik vergeet ook nooit meer haar ezelsbruggetje voor het woord ‘onmiddellijk’: ga onmiddellijk naar bed met twee dekentjes en twee lakentjes. Geweldig vond en vind ik dat.

Het gevoel voor taal zat er dus al vroeg in. Maar mezelf ervan bewust zijn dat ik echt goed was in taal en dat ‘taal zeg maar echt mijn ding is’? Nope!

“Ga onmiddellijk naar bed met twee dekentjes en twee lakentjes!”

juffrouw Ypelaar

Op de middelbare school kwam dat besef echter in no time bij me binnen. Was ik er aan het begin van de brugklas nog van overtuigd dat ik ‘later’ geneeskunde zou gaan studeren, dat veranderde heel rap na een jaar wiskunde en biologie. Dat ging ‘m niet worden. Nee, Michaela ging voor de talen. Heerlijk vond ik het om meer te leren over de Nederlandse taal, en om Grieks en Latijn te leren. Het verbaasde dan ook helemaal niemand dat ik uiteindelijk in vijf talen eindexamen heb gedaan. En dat ik in eerste instantie gezakt ben op Wiskunde B, maar daar hebben we het maar niet meer over.

Nu en later

Ik sla voor het gemak – en de lengte van deze blogpost – even een aantal jaren over, waarin ik Italiaans gestudeerd heb, een halve studie HEAO Economisch Linguïstisch voltooid heb en een korte HBO-opleiding Journalistiek deed. Allemaal weer gerelateerd aan taal, inderdaad. Ook nu, in mijn werk als communicatiespecialist, ben ik dagelijks volop en steeds meer (yesss!) bezig met taal. Maar het is me nog steeds niet genoeg. Mijn honger naar werken met taal – de Nederlandse in dit geval – is absoluut nog niet gestild. En daarom ben ik heel hard aan het nadenken over hoe ik nog meer met taal en teksten kan doen. Ik ben er al aardig uit voor mezelf, maar nog niet genoeg om mijn ideeën hier te delen. Dat komt later. Tot die tijd blijft deze taalnerd sowieso wekelijks berichten delen op dit blog!

Volg mijn blog

Wil je niets missen van mijn taaldingetjes en andere blogposts? Vul dan rechts van dit bericht je mailadres in en klik op de knop ‘Volg!’. Dan krijg je voortaan automatisch een melding over nieuwe berichten. En wie wil dat nou niet?

De wondere wereld van wat en dat

Misschien vraag je je bij de titel van deze blogpost af wat er dan zo bijzonder is aan wat en dat. Nou, dat het blijkbaar best heel moeilijk is om deze woorden op de juiste manier te gebruiken. Mijn taalhart bloedt telkens een beetje wanneer ik dat en wat fout zie of hoor gaan. Maar ik snap het ergens ook wel, want de ene keer is het dat en de andere keer is het wat. En net wanneer je denkt dat je dat en wat doorhebt, moet dat toch wat zijn, of wat dat.

Wat de juiste manier om dat en wat te gebruiken dan is? Ik zal proberen om dat wat duidelijker te maken voor je, wat misschien nog niet helemaal meevalt, maar dat zien we vanzelf. En misschien en hopelijk kom je toch tot de conclusie dat dat en wat dus eigenlijk best makkelijk van elkaar te onderscheiden zijn.

Wat en dat in het kort

Bron: Schrijfwijzer.nl

Dat
verwijswoord (verwijst naar een zelfstandig naamwoord waar het lidwoord het voor kan staan)
Kijk, dat is nou een huis dat ik graag zou kopen.

Wat
verwijswoord (meer algemeen, en in overige gevallen)
We moeten ons in Nederland richten op datgene wat ons bindt.

De bekendste vier gevallen waarin wat wordt gebruikt, zijn de volgende:

1.  Na de woorden allesenigedat(gene)(n)iets en veel.
Zij heeft alles gedaan wat in haar vermogen lag.
Dit is het enige wat we kunnen doen.
Er is zoveel wat jij niet weet.

2.  Na woorden als het goedehet minste.
Zijn kwade eigenschappen vallen in het niet bij al het goede wat hij doet.
Kun jij een verhaal vertellen over het mooiste wat jij ooit hebt meegemaakt?

3.  Bij een verwijzing naar een hele zin.
Hij bleef maar naar me kijken, wat ik natuurlijk helemaal niet prettig vond.

4.  Als de verwijzing een soort bijvoeging opent.
Vrijetijdswetenschap, wat mij eigenlijk geen studie lijkt, wordt nu op steeds meer hogescholen gedoceerd.
Ze draaiden daar alleen maar jazz, wat ik geen prettige muziek vind.

Dit is alleen nog maar de basis van dat en wat. Wil je er wat dieper op ingaan? Dat kan. Kijk dan op schrijfwijzer.nl of op de website van Onze Taal.

Stel je vraag of vragen ook gerust aan mij, ik leg het je graag uit!

En je kunt natuurlijk altijd nog kijken naar hoe drs. E.I. Kipping het verschil tussen dat en wat uitlegt in deze briljante video uit Keek op de Week:

Dat ik je mis

‘Hee vrouwke, hoe is het daar in het verre Uden?’

Ik heb geen idee hoe vaak ik mijn mails en appjes aan jou zo begon. Heel vaak in ieder geval. Want wat hebben we een hoop heen en weer gemaild en geappt in al die jaren dat we bevriend waren. Bijna 20 jaar hebben we elkaar gekend. 20 jaren waarin ik je steeds beter heb leren kennen, waarin ik samen met je gelachen en gehuild heb, en onze vriendschap steeds hechter werd. Je was en bent me nog steeds zo dierbaar, lieve Derya. Dat je er niet meer bent blijft onwerkelijk…

3 april van dit jaar is een dag die voorgoed in mijn geheugen gegrift staat, als een van de zwartste dagen in mijn leven. 3 april is namelijk de dag dat jij overleed aan de gevolgen van die vreselijke rotziekte. Ik wist dat het niet goed met je ging, en toch kwam het berichtje van je broer die ochtend alsnog onverwacht. We zijn nu ruim een half jaar verder en vrouwke, je wordt zo ontzettend gemist! De allerscherpste kantjes beginnen er een klein beetje vanaf te gaan, hoewel het me nog steeds intens verdrietig maakt.

Maar wat ben ik blij dat ik je gekend heb! En wat ben ik trots op hoe positief je de afgelopen jaren bent gebleven. Dat zal me altijd bijblijven. Net zoals ik altijd met een glimlach aan je terug zal denken, ondanks mijn verdriet om het gemis. Je zit voor eeuwig en altijd in mijn hart, lieve Derya.

‘Maar al denk ik soms dat het zo beter is,
Kan ik het niet helpen dat ik je soms mis’

Een gevalletje semantische verzadiging

Fietstas. Zomaar een woord uit de Nederlandse taal. Niks vreemds aan toch? Precies! Moet je het eens tien keer achter elkaar hardop uitspreken. Ik help je een handje:

Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas
Fietstas

Het gaat een beetje vreemd klinken na een keer of vijf, hè? Alsof het ineens een niet-bestaand woord is. Of een woord – in dit geval dus ‘fietstas’ – waarvan je denkt: hoezo heet een fietstas een fietstas? Wat betekent dat woord eigenlijk? Waar komt het vandaan? En waarom klinkt het zo raar? Of ligt dat aan mij?

Wat dan?

Allemaal heel logische vragen. Voor mij dan in ieder geval, maar ik ben er vrij zeker van dat iedereen ze zichzelf wel eens heeft gesteld. Heel lang is het voor mij bij die vragen gebleven. Waarschijnlijk was ik telkens weer snel afgeleid en dacht ik niet meer aan het woord waar het op dat moment om ging. Totdat ik me een tijdje geleden zomaar afvroeg of dit – toch wel een beetje vreemde – verschijnsel misschien een naam heeft in de taalkunde/taalwetenschap. En jawel, dat heeft het! Namelijk… semantische verzadiging!

Semantische verzadiging

Wikipedia zegt hierover het volgende:

Semantische verzadiging is een psychologisch verschijnsel waar het steeds herhalen van een woord leidt tot een (tijdelijk) verlies van betekenis bij de toehoorder die het woord dan interpreteert als een herhaalde reeks betekenisloze klanken. Als een persoon vele malen hardop het woord "badkuip" uitspreekt is de kans groot dat op een gegeven ogenblik het woord zijn betekenis voor de uitspreker verliest, er wordt niet meer aan het desbetreffende sanitair gedacht maar wordt er alleen maar een geluid waargenomen dat met geen enkel begrip geassocieerd wordt. 

Ik wil meer!

Aangezien ik nogal een taalnerd ben en graag nieuwe dingen leer, vind ik dit dus rete-interessant. En stiekem ben ik ook wel een beetje blij dat het niet een of andere rare kronkel in mijn hoofd is, maar dat het echt bestaat. Dus lezer van deze blogpost die dit ook wel eens heeft meegemaakt: het ligt ook echt niet aan jou!

Hoe dan ook, het feit dat semantische verzadiging echt een ding is, heeft me getriggerd. Ik wil meer! Meer weten over bijzondere, grappige of onbekende taaldingetjes. Taaldingetjes waar ik zelf tegenaan loop of vragen over heb, maar ik ga ook met heel veel taalliefde en plezier op zoek naar het antwoord op jouw vragen over taaldingetjes. Gewoon. Omdat het leuk en interessant is. Stuur me dus vooral jouw vragen! Ik ga ermee aan de slag en geef jou en mezelf antwoord in een nieuwe categorie op mijn blog, namelijk ‘taaldingetjes’.

Wordt vervolgd!

Waarom?

We leven in vrijheid.
Dat is ons recht.
Maar waarom.
Waarom.
Geldt dat niet voor iedereen?
Iedereen.
Zou vrij moeten zijn.
Iedereen.
Moet zich vrij kunnen voelen.
Want we zijn allemaal gelijk.
En tegelijkertijd.
Zijn we allemaal uniek.
We zijn gelijk.
In uniek zijn.
Ras en kleur maken niet uit.
Want we zijn gelijk.
Maar waarom.
Waarom.
Ziet niet iedereen dat?
Ik snap het niet.
Gewoon niet.

#blacklivesmatter

Mijn giechelende kleine oma

Het is al weer een kleine 12 jaar geleden, maar ik zie haar nog zitten op haar 93ste en laatste verjaardag. Aan het hoofd van de tafel, giechelend en genietend van haar sigaretje. Ons kleine oma, om het maar even op zijn Brabants te zeggen. Grappig hoe logisch het voor mij en mijn broer en zus was om haar ´de kleine oma´ te noemen. We wisten echt niet beter; we hadden ook een ‘grote oma’ en hebben ze altijd zo genoemd. Niet heel vreemd eigenlijk, want de kleine oma haalde de 1,60 meter niet eens, terwijl de grote oma de 1,80 meter aantikte.

A trip down memory lane

Terug naar mijn kleine oma. Ze is er al lang niet meer maar mijn herinneringen aan haar leven nog steeds. Ze was een pittig mensje, dat het hart op de tong had. Een van haar gevleugelde uitspraken was ‘Nooit met lege handen naar achteren gaan!’, wanneer iemand het waagde om naar de keuken te gaan zonder bijvoorbeeld de vieze kopjes of borden van tafel mee te nemen. Het kwam op haar begrafenis zelfs nog ter sprake, wat heel de familie aan het lachen maakte van herkenning. Best fijn op zo’n verdrietig moment.

Ik herinner me ook nog goed de nieuwjaarsdagen bij oma: bijna heel de familie was er dan, en standaard keken we op tv naar het skischansspringen in Garmisch-Partenkirchen en het nieuwjaarsconcert met bijbehorend ballet in Wenen. Gezellig was dat.

Mijn oma, destijds ongeveer 70 jaar oud, tijdens een uitstapje naar Monschau (Duitsland), toen we op vakantie waren in Zuid-Limburg.

Lees verder